Hoe draai ik het dag- en nachtritme om?

Als je baby geboren wordt is er nog geen vast dag- en nachtritme. Je kindje heeft de hele tijd in je buik gezeten waar er nog geen biologische klok was. In de echte wereld wordt het daardoor flink wennen voor je kleintje. Maar ook voor de ouders doordat de meeste kinderen ’s nachts leven en overdag slapen. Maar hoe draai je het dag- en nachtritme eigenlijk om? In eerste instantie is het een kwestie van tijd. In het begin zal je kindje nog helemaal niet ’s nachts doorslapen. Je kleintje heeft sowieso de eerste 6 maanden nog nachtvoeding nodig. Daarnaast moet de biologische kok van je kindje nog ingesteld worden.

Gemiddeld duurt het 6 weken

Het is heel normaal dat je kindje er gemiddeld 6 weken over doet om een dag- en nachtritme te creëren. Voor pasgeboren baby’s is het heel normaal dat je nog geen dag- en nachtritme heeft. Je hoeft je daar als ouder ook nog helemaal geen zorgen over te maken.

Er zijn ook baby’s die de dag en nacht volledig omgedraaid hebben.

Er zijn zelfs extreme pasgeboren baby’s die echt geen oog dicht doen in de nacht. De hele nacht zijn ze wakker terwijl je zelf probeert te slapen. Overdag slaapt je baby als een roosje en is er niets meer aan de hand. Voor sommige ouders is dit even schrikken, maar wees niet bang want het hoort echt bij een pasgeboren baby.

Een baby moet alles nog leren

Een pasgeboren baby moet een dag- en nachtritme echt nog leren. Maar hoe leer je een baby een dag- en nachtritme aan? Eigenlijk doe je dit in vrij kleine stappen. Je baby moet een zogenaamde biologische klok op starten. Dit is een ritme waarbij je overdag meer uren wakker bent en je ’s nachts meerdere uren achter elkaar slaapt.

Pasgeboren baby’s slapen natuurlijk nog ontzettend veel uren. Het duurt even voor ze echt een biologisch ritme ontwikkelen. Gemiddeld duurt dat 6 weken, maar er zijn zelfs pasgeboren baby’s die er 10 tot 12 weken over doen voor ze echt een goed dag- en nachtritme hebben.

Misschien kan je wel wat tips gebruiken om een biologische klok bij je baby te ontwikkelen. Vooral in het begin is het lastig om je kleintje iets aan te leren. Vooral omdat je baby natuurlijk sowieso al veel slaapt overdag. Toch is het wel fijner als je kleintje vooral in de nachten goed doorslaapt en alleen voor nachtvoeding komt.

Creëer daglicht

De eerste tip is om overdag zoveel mogelijk daglicht te creëren. Daglicht helpt je kleintje om te wennen aan het verschil tussen dag en nacht. Ons eigen lichaam maakt door daglicht ook een stofje aan waardoor je wakker bent en bij het vallen van de avond een stofje waardoor we moe worden.

Als je kleintje overdag gaat slapen mag het gerust wat lichter in de kamer zijn dan ’s avonds. Maak ’s avonds de kamer zo donker mogelijk, zodat je kindje echt het verschil tussen dag en nacht ziet.

Zorg ook dat er overdag een verschil is qua leven in huis. Overdag kan je bijvoorbeeld gewoon stofzuigen. Je kindje leert dat er overdag constant geluid is en ’s avonds als het tijd is om naar bed te gaan, dan wordt het pas stil. Dit maakt voor jouw baby ook een verschil tussen dag en nacht.

Korte nachtmomenten

Zorg er ook altijd voor dat als jouw baby ’s nachts wakker wordt, je niet uitgebreid gaat knuffelen en spelen. Zorg voor een voeding en probeer jouw kleintje daarna weer in slaap te krijgen. Je zorgt zo voor een duidelijk verschil met dag en nacht.

Wat sowieso overdag fijn is, is om naar buiten gaat. Dit helpt ook mee aan een dag- en nachtritme. In de buitenlucht doet je kleintje veel natuurlijk daglicht op. Dit helpt bij de aanmaak van hormonen die er straks voor gaan zorgen dat er verschil tussen dag en nacht is.

Neem de tijd om te spelen en knuffelen

Zorg er overdag voor dat er wel genoeg tijd is om te spelen en te knuffelen. Je kindje merkt zo dat er een duidelijk verschil is in aandacht overdag en in de nacht. Dit helpt je kleintje uiteindelijk om het verschil tussen een dag en nachtritme te leren.

Let ook op de tijd. Zorg er voor dat er overdag absoluut niet meer dan 4 uur tussen een voeding zit. ‘S nachts is het de bedoeling dat jouw kleintje 4 uur achter elkaar doorslaapt. Maar je zal zien dat hij dit juist overdag gaat doen. Dit is een duidelijk kenmerk dat er een verschil is tussen het dag- en nachtritme bij je kindje.

Wat als het niet lukt?

Maar wat moet je doen als het niet lukt om een dag- en nachtritme om te draaien? Hou er rekening mee dat je kindje hier tijd voor nodig heeft. Er staat gemiddeld 6 weken voor, maar er zijn ook kindjes die soms 4 maanden nodig hebben.

Eén op de vier baby’s heeft zelfs na 4 maanden nog steeds geen dag en nacht ritme.

Naast bovenstaande tips kan je er helaas vrij weinig aan doen. Het komt vanzelf dat je baby beter gaat slapen en een ritme krijgt.

Check eventueel of je baby geen slaapproblemen heeft waardoor er geen dag en nachtritme is. Soms is je baby onrustig en is er daarom geen ritme. Bijvoorbeeld dat je kleintje erg actief is en met z’n armpjes slaat.

Rust en regelmaat

Probeer voor je kleintje vooral veel rust en regelmaat te creëren. Zorg voor een vast ritueel en zorg dat er tijd is om te spelen en te knuffelen overdag. Check ook of je kindje overdag niet oververmoeid raakt. Dit kan juist zorgen voor een verstoord dag en nacht ritme.

Geef je kindje ook echt de tijd om tot rust te komen en volg eventueel mijn tips om je kleintje in slaap te krijgen. Op mijn website staan een aantal handige tips die je kan opvolgen om je kleintje in slaap te krijgen.